Box-3-heffing over werkelijk rendement

Eind vorig jaar deed de hoogste belastingrechter, de Hoge Raad, een belangrijke uitspraak over de box-3-heffing. Kort samengevat oordeelde de Hoge Raad dat de heffingsmethodiek (de zogenaamde forfaitaire vermogensmix) in box 3 voor de jaren 2017 en 2018 discriminerend is. Volgens deze methodiek behaalt u een bepaald verondersteld rendement over uw vermogen dat afhangt van de grootte van dat vermogen. Hoe groter uw vermogen hoe minder u geacht wordt te sparen en hoe meer u geacht wordt te beleggen. Naarmate u meer geacht wordt te beleggen, des te hoger het rendement wordt dat u geacht wordt te behalen en hoe zwaarder dat rendement belast wordt met box-3-heffing. De box-3-heffing sluit dus niet aan bij het werkelijke rendement dat u op uw vermogen hebt behaald. Heeft u een groot vermogen, maar ervoor gekozen om te sparen en niet risicovol te beleggen, dan wordt uw vermogen voor een deel toch zwaarder belast alsof u hebt belegd. De Hoge Raad oordeelt dan ook dat u in dat geval verhoudingsgewijs te veel box-3-heffing moet betalen.

De forfaitaire vermogensmix werkt volgens de Hoge Raad ook discriminerend uit als u wel hebt belegd, maar pech hebt gehad met uw risicovolle beleggingen en daarover toch relatief veel box-3-heffing moet betalen. Daarom heeft de Hoge Raad voor de jaren 2017 en 2018 beslist dat alleen het werkelijke rendement in de box-3-heffing mag worden betrokken.

Hoe nu verder?

Er is nog veel onduidelijk. Zal de Belastingdienst alleen diegenen compenseren die (massaal) bezwaar hebben aangetekend tegen de box-3-heffing? Het kan zijn dat het Ministerie van Financiën ervoor kiest om ook de niet-bezwaarmakers te compenseren. Wordt de compensatie alleen beperkt tot spaartegoeden of gaat die ook gelden voor beleggingsvermogens? De staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat waarschijnlijk pas in mei 2022 duidelijk wordt hoe de Belastingdienst uitvoering zal geven aan de hersteloperatie. De uitspraak van de Hoge Raad heeft immers niet alleen gevolgen voor de jaren 2017 en 2018, maar ook voor de jaren erna. Ook geeft hij aan dat momenteel wordt onderzocht of de wetgeving toch eerder kan worden aangepast dan in 2025, zoals was aangekondigd in het coalitieakkoord. Hierdoor zal een box-3-heffing op basis van het werkelijk rendement eerder in werking treden. Zodra er meer duidelijkheid is, zullen wij u natuurlijk direct nader informeren. Hebt u nog vragen? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.