De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting maakt het mogelijk om uw onderneming fiscaalvriendelijk over te dragen naar de volgende generatie. In veel gevallen is de bedrijfsoverdracht dan namelijk geheel vrijgesteld of slechts beperkt belast. Daarnaast bestaat er in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling die het mogelijk maakt om de aanmerkelijk belangaandelen (5% of meer) in een bv bij overlijden of door schenking over te dragen, zonder dat er belasting verschuldigd is (DSR ab). De BOR en de DSR ab moeten ervoor zorgen dat bij een bedrijfsopvolging de continuïteit van uw bedrijf of bv niet in gevaar komt. Beide regelingen wijzigen de komende jaren. Hierna gaan we alleen dieper in op de enige maatregel die vanaf 1 januari 2024 ingaat. De overige maatregelen gaan pas in 2025 of 2026 in. De maatregelen voor 2025 zijn al wel opgenomen in het Belastingpakket 2024, maar die voor 2026 nog niet. Zo gaat de grens voor de 100%-vrijstelling in 2025 omhoog naar € 1,5 miljoen (nu: € 1,2 miljoen) en daarboven wordt de vrijstelling 70% (nu: 83%) van het ondernemingsvermogen. Ook komt er dan voor de opvolgers een minimumleeftijd van 21 jaar om van de BOR en DRS ab gebruik te kunnen maken. Deze leeftijdsgrens geldt niet voor een bedrijfsopvolging in geval van overlijden. De maatregelen die in 2026 moeten ingaan, worden pas meegenomen in het Belastingpakket voor 2025.

Verhuurd vastgoed is beleggingsvermogen

Vanaf 1 januari 2024 wordt aan derden verhuurd vastgoed wettelijk aangemerkt als beleggingsvermogen. Hierop kunnen de BOR en de DSR ab dus niet (meer) worden toegepast. Deze regelingen gelden namelijk alleen voor ondernemingsvermogen. Hiermee komt vanaf 2024 een einde aan de discussies met de Belastingdienst over de vraag of bij (vaak omvangrijke) vastgoedportefeuilles wel of geen sprake is van het drijven van een onderneming en dus of er sprake is van ondernemingsvermogen.